Herdenking

plaquette

Je hebt de plaquette hiernaast op de foto misschien wel eens in de school zien hangen bij het lokaal 206, maar heel veel leerlingen hebben geen idee waar deze plaquette nou eigenlijk voor staat..Nadat de oorlog voorbij was, was er veel verwoest. Zo ook het Dalton Den Haag gebouw op de Aronskelkweg. In juli 1945 mocht de Dalton terug verhuizen naar de Aronskelkweg, maar er moest veel opgeknapt worden. Sterker nog, de gemeente noemt het gebouw een van de meest zwaar beschadigde gebouwen in Den Haag. Na ontzettend veel werk kan de school ondanks een tekort aan leraren op 4 september 1945 weer open en wil de school graag de omgekomen oud-leerlingen en docenten gedenken. De herdenkingsteen werd bedacht door Erich Zweers en Frans van der Spek. Op 26 oktober 1946 zou de plaquette worden getoond. Uiteindelijk werd de herdenking verplaatst naar 9 november, omdat de schoolleiding erachter kwam dat er nog twee namen op de plaquette moesten komen. De plaquette is ontworpen door Joseph Muiselaar. Op de plaquette is een ensemble te zien, 8 bloemknoppen staan naar boven, 2 naar beneden en in het midden is een  verbindende stengel met aan de top een bloemenkelk. De 8 bloemknoppen staan voor de jonge leerlingen en de stengel met de bloemenkelk staat voor de school en de gesneuvelde docent. Door de grote bladeren die naar de zijkanten toegaan konden de voornamen van Abraham Dinger en Herman Pekel niet helemaal op het plaquette, net als de naam van natuurkunde docent Hugo van der Gon. De namen op het plaquette zijn vaak bijnamen die de leerlingen op school kregen. De versregel boven aan de plaquette komt uit een gedicht van Pieter Boutens. De schoolleiding en Joseph Muiselaar wisten waarschijnlijk niet, toen ze de versregel van Boutens kozen, dat hij werkte bij de door de Duitsers opgerichte Nederlandse Kultuurkamer. Wilde een kunstenaar of schrijver kunst maken, dan moest hij of zij bij deze kamer zijn aangesloten, zodat de Duitsers kunst en de media konden censureren zodat er geen kritiek op de Duitsers naar buiten kwam. Boutens is in 1943 gestorven dus er was een grote kans dat Muiselaar hier niets vanaf wist.

Herdenking van de omgekomen leerlingen en meneer van der Gon

Dr. Hugo A.C. Denier van der Gon (1984-1945)

Meneer van der Gon heeft in Utrecht natuurkunde en wiskunde gestudeerd. Nadat hij in Middelharnis docent was, heeft hij jaren lang op de Dalton gewerkt. Het daltonsysteem paste goed bij meneer van der Gon, want hij wilde leerlingen niet alleen maar theoretische kennis overbrengen. Hij vond het ook belangrijk dat leerlingen zelfstandig konden werken. Ook had van der Gon een grote passie voor muziek en hij wilde zijn leerlingen zijn belangstelling voor muziek graag bijbrengen. Hij nodigde bijvoorbeeld studenten uit op huiselijke muziekavonden. Hij was naast docent op de Dalton ook docent aan de universiteit Leiden. Na een oproep van prins Bernhard komt Hugo in een verzetsgroep. Hij was een kwartiercommandant en de verzetsgroep waarin hij werkte heette ordedienst, ook werkte hij voor de binnenlandse strijdkrachten van district Den Haag. Op 2 maart 1945 werd Hugo gearresteerd en werd hij gevangen gehouden in de Scheveningse gevangenis, ook wel Oranjehotel genoemd. Hugo werd gearresteerd als wraakactie omdat er een aanslag was gepleegd op Hanns Albin Rauter. Enkele dagen later werd hij gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte waar ook vele andere verzetsleden zijn gefusilleerd (fusilleren is het uitvoeren van de doodstraf met een vuurwapen). 

Jaap van Straaten (1925-1945)

Jaap was een Joodse jongen en in de tijd van de Tweede Wereldoorlog mochten Joden niet op dezelfde school zitten als niet- Joodse kinderen. Daarom moest Jaap in 1941 van de HBS (naam van de Dalton den Haag in de oorlog) af, en moest hij verplicht naar het Joods Lyceum. in 1942 heeft hij eindexamen gedaan en wilde hij graag economie studeren aan de universiteit van Rotterdam. Op 18 augustus werd hij met zijn hele gezin naar kamp Westerbork vervoerd. Hier heeft Jaap gezeten tot 23 maart 1944, die dag werd hij namelijk naar Auchswitz vervoerd. Vervolgens kwam hij nog in januari in kamp Mauthausen terecht. Op 6 februari 1945 werden Jaap en 500 andere Joden richting KL.Neuengamme/kommando Hannover-Mühlenberg overgebracht. Op 31 mei 1945 overleed Jaap ergens in midden-Europa. Zijn zus die nog in Westerbork verbleef, was de enige in zijn gezin die de oorlog had overleefd.

Paul Reep (1915-1942)

De Tweede Wereldoorlog werd niet alleen in Europa uitgevochten, maar ook aan de andere kant van de wereld in Nederlands-Indië. Paul Reep is geboren in 1915 in Arnhem. Hij deed in 1935 eindexamen aan de HBS en heeft vervolgens een opleiding bij de Koninklijke Militaire Academie in Breda gedaan. Paul Reep trouwde met een oud-leerling van de HBS, Marijke Kaas. Samen zijn ze verhuisd naar Nederlands-Indië waar Paul 2e luitenant bij Koninklijk Nederlands-Indië Leger werd (KNIL). In 1941 wordt Paul detachementscommandant in Paloe en daarna Tjamba (Celebes). Op 8 januari 1942 landen er zo ongeveer 2500 Japanse mariniers in Celebes, ook landen er 500 parachutisten, waarna bijna alle KNIL-troepen zich overgeven en ontruimen de stad Massakar. Tijdens een verkenningstocht in de buurt bij een plaats genaamd Kope, sneuvelt Paul. Dit gebeurde op 24 februari 1942. Hij is uiteindelijk begraven op een Nederlands ereveld in Semarang.

Cor Helder (1919-1945)

Cor heeft op de HBS gezeten van 1936 tot en met 1939, hierna heeft hij gewerkt als een administrateur op een kantoor.Toen ging hij in dienst bij de politie, waar hij bij de inspecteursopleiding terecht kwam. Cor liet duidelijk merken dat hij het niet eens was met het nationaalsocialisme en hij werd daarom in 1942 ontslagen. Hierdoor werd hij werkloos en moest hij werken bij de Arbeitseinsatz (jongeren moesten verplicht werken om de oorlogseconomie draaiende te houden, want de Duitsers vochten mee in het Duitse leger dus die konden niet helpen). Dit wilde hij niet dus ging hij onderduiken en hij kwam in contact met het verzet. Hij werd verraden en gearresteerd en vervoerd via een kamp in Amersfoort naar Duitsland, maar hij wist te vluchten. Hij duikt eerst onder in Nijverdal, maar hij wilde graag naar Den Haag terug en gaat werken voor het ondergrondse verzet. Op 6 januari 1945 had Cor een zwarthandelaar achtervolgd. Hij werd verraden door een NSB-agent en in het Oranjehotel in cel 544 gevangen gezet. Net als meneer van der Gon werd Cor als wraakactie op de moord op Rauter gefusilleerd op 8 maart 1945 op de Waalsdorpervlakte.

Jan de Baan (1922-1945)

Jan de Baan ging van 1936 tot 1939 naar de HBS en daarna ging hij in Delft studeren. Alle studenten moesten in 1943 een loyaliteitsverklaring tekenen van de Duitsers. Hiermee verklaarde je dat je nooit iets zou ondernemen tegen de Duitse bezetter. Jan weigerde dit en wilde onderduiken, maar hij had een zieke vader en Cor was bang dat opgepakt zou worden. op 13 juni 1943 moest Jan gedwongen in Duitsland werken door de arbeidsplicht. Hij werkte daar van 1944 tot en met 1945 onder zeer slechte arbeidsomstandigheden. Jan kreeg een longontsteking waaraan hij overleed op 1 maart 1945. Zijn vrienden hadden hem begraven in Nienburg. Jan zijn ouders mochten niet naar Nienburg reizen om Jan zijn graf te bezoeken dus werd hij overgeplaatst naar begraafplaats nieuw Eykendunen in Den Haag.

Baay Donker (1920-1944)

Baay ging naar de HBS van 1934 tot 1940. Na zijn examen heeft hij als accountant gewerkt en bij de voedselvoorziening. Onder zijn bijnaam Baay verrichtte hij verzetswerk in Friesland en later bij de Landelijke Organisatie in Den Haag. 13 juli 1943 is er een bijeenkomst van de LO in Den Haag waarbij de Duitsers een inval doen en 16 mannen arresteren. Ze waren verraden door een ploeggenoot. Baaij was al eerder gearresteerd met zijn zwangere vrouw. Toen hij hoorde dat zijn vrouw een miskraam had, heeft hij alle informatie aan de Duitsers gegeven in ruil voor vrijlating. Baay werd verhoord in het Oranjehotel en ook gemarteld en is vervolgens op transport gezet naar het concentratiekamp Vught. Op dolle dinsdag (dag dat veel Nederlanders dachten dat ze bevrijd zouden worden door de Geallieerden) werd hij met vele anderen doodgeschoten.

Piet van Sabben (1924-1945)

Piet ging naar de HBS van 1936 tot 1941 en hierna studeerde hij scheepsbouw aan de TU Delft. Ook Piet wilde de loyaliteitsverklaring niet ondertekenen en dook onder in 1943. Hij mag in Zeist onder een kippenhok onderduiken. Tijdens de razzia, een opsporing voor ondergedoken mensen, is hij bijna gestikt. Zijn moeder vond dit te gevaarlijk. Hij meldt zich aan bij de Duitse politie en moet gaan werken in Duitsland en ook Piet moest ontzettend zwaar werk doen. Hij ontsnapt op 25 augustus 1943 en vlucht naar Emden waar zijn broer hem probeert te helpen vluchten naar Engeland. Dit lukt niet dus probeert hij terug te gaan naar Nederland, maar bij de grens van Emden wordt hij weer opgepakt. Hij belandt wegens ziekte in concentratiekamp Neuengamme onder het kampnummer 29927. Dr. Heissneire wil een medisch experiment uitvoeren en met een slangetje wordt een TBC-bacterie in Piet's longen aangebracht op 19 juli. De dokter documenteert zijn ziekteverloop en Piet overlijdt op 26 februari 1945

Harm Steen (1916-1944)

Harm Steen ging naar de HBS van 1932 tot 1936 en is daarna tot officier bij de KMA opgeleid. Na capitulatie van Nederland gaat Harm werken als inspecteur bij de politie in Den Haag, ondertussen is hij ook actief bij de verzetsgroep Ordedienst. Hij ging in 1942 naar Zwitserland, door naar Frankrijk, daarna naar Spanje en door naar Curaçao. Uiteindelijk belandt hij in Engeland waar hij in 1943 een opleiding tot geheim agent volgt. Hij gaat als parachutist naar Princenhage. Daar was hij vermomd als burger en deed veel onderzoekswerk voor het verzet. Hij had ook schuilnamen zoals; Lange Harm, H.J. Broekhuyzen en nog meer. Hij heeft een brief van premier Gerbrandy die in Engeland de Nederlandse regering in ballingschap leidde, veel guldens, radiosets, en andere onderdelen voor verzetsgroepen bij zich als hij op 2 maart 1944 met zijn radiozender wordt betrapt in Zaandam. Hij wordt gefusilleerd in het concentratiekamp in Vught op 5 september 1944. Hij is geprezen met de bronzen leeuw, een prijs voor heldhaftige militairen. 

Bram Dinger (1918-1945)

Bram was ook een leerling van de HBS en ging naar de HBS van 1932 tot 1938. Hij heeft in Leiden geologie gestudeerd, maar de universiteit sloot in 1942 en hij deed daarom kandidaatsexamen in Utrecht in 1942. Ook Bram weigert de loyaliteitsverklaring te tekenen in 1943. Onder de naam Nico Tappert duikt hij onder in Groningen en doet hij illegaal werk. Hij doet veel verzetswerk en hij wil op 22 juni 1944 een overval plegen, maar hij werd door de SS (de Duitse politie) gepakt. Bram was lid van de Landelijke Organisatie. Dit was een organisatie die hielp met Joden te laten onderduiken. Bram wordt gedeporteerd naar concentratiekamp Vught. Het kamp wordt geëvacueerd op dolle dinsdag en hij wordt gedeporteerd naar een kamp in Berlijn. Uiteindelijk beland hij in het kamp Beendorf wat hoort bij het kamp Neuengamme en daar hij is overleden.

Anthonie de Wilde (1915-1945)

Anthonie is geboren op Java. Hij deed eindexamen in 1934 en daarna ging hij In Leiden rechten en Indisch recht studeren. De Wilde werkte in 1943 als inspecteur bevolkingsregisters. Hij deed ook veel illegaal verzetswerk. Op 19 juli 1944 wordt hij verraden. De politie doet in inval in zijn huis op de laan van Meerdervoort, hier wordt Anthonie, het hele gezin en wat onderduikers opgepakt. Hij komt eerst in het Oranjehotel terecht, en gaat daarna naar kamp Vught. Anthonie moest naar veel kampen verplaatsen wat zorgde voor uitputting. Uiteindelijk overleed hij op 15 mei 1945 in kamp Ravensbrück. Er zijn geen foto's gevonden van Anthonie.

Herman Pekel (1920-1945)

Herman ging naar de HBS van 1933 tot 1939 en ging na zijn eindexamen werken bij het bevolkingsregister. Daarna werd hij militair. Op 10 mei 1940 wordt zijn kazerne gebombardeerd, maar hij weet te ontsnappen. Na de capitulatie gaat hij werken in de winkel van zijn vader en begint hij met illegaal verzetswerk. Op 6 mei 1945 wordt Herman met Alert Brinkmann (commandant Raad van Verzet) neergeschoten omdat ze geen rijbewijs konden tonen. Dit gebeurde nadat Nederland op 5 mei bevrijd was. Ze wilden een Amerikaanse soldaat in veiligheid brengen. Herman en Alert krijgen een militaire eer en ze worden begraven op Oud-Eik en Duynen. Achteraf blijkt dat Brinkmann een dubbelspion was en ook voor de Duitsers werkte. Er is dus een grote kans dat de dood van Brinkmann en Pekel een liquidatie was.

Ab de Soet (1924-1944)

Ab ging naar de HBS van 1942 tot en met 1943. Hij heeft op een kantoor gewerkt en hij heeft in Delft gestudeerd. Ook zat Ab in het verzet waar hij documenten vervalste. Hij heeft ook groot verzetswerk gedaan Zo moest hij de Maastunnel in Rotterdam goed in de gaten houden, want als de Duitsers zich zouden terugtrekken mocht de tunnel niet worden vernield. Hij wordt op 26 oktober 1944 opgepakt door de Gestapo en op 28 oktober gefusilleerd op de Rotterdamse Schietbaanlaan. Hij laat aan zijn ouders weten dat er niet gehuild moest worden bij zijn graf, maar dat La Paloma werd gespeeld.

Gijs Jongbloed (1921-1943)

Gijs ging naar de HBS van 1934 tot 1939 en hij heeft in Delf werk- en vliegtuigbouw gestudeerd. Hij werd een assistent van een professor. In 1943 wordt hij gevangen genomen en naar kamp Vught gebracht, maar hij werd al snel ziek en toen mocht hij naar huis. Hij werd meteen weer gevangen genomen want hij had verboden nieuwsberichten bij zich. Hij mocht daarna weer naar huis. maar hij moest altijd verplicht komen als hij werd opgeroepen en dit deed hij niet. Dus werd hij opgepakt en getransporteerd naar Duitsland. Hij moest in Potsdam in een vliegtuigfabriek werken, hier liep hij roodvonk op. Hij overleed op 8 november 1943 in het ziekenhuis.

Henry van Ees (1922-1944)

Henry werd ook wel Hans genoemd, en ging naar de HBS van 1938 tot 1940. Hierna heeft hij aan de toneelschool gestudeerd. In 1942 wilde hij niet de loyaliteitsverklaring tekenen en zich melden bij de Kulturkammer. In 1943 gaat Henry bij het verzet werken. Hij begon eerst met klein werk, maar ging daarna snel over op groot werk. Hij verzorgde bijvoorbeeld onderduikers en vervalste persoonsbewijzen. Hij deed verschillende overvallen op bijvoorbeeld de SS. Bij een overval wilde hij en en twee mede-verzetsleden een kluis kraken, maar de kantoorhouder wist de wapens van de overvallers af te pakken. Hierdoor werden ze betrapt en gearresteerd door de marechaussee, die de overvallers overleverde aan de Duitsers. Op 6 juni 1944 worden Henry en de twee andere mannen gefusilleerd bij Overveen in de duinen. Aan zijn moeder schreef hij dat ze maar moest denken alsof hij een frontsoldaat was.

Chris Cattel (1923-1944)

Chris ging naar de HBS van 1937 tot 1940. Hij was de leider van een Haagse KP (knokploeg) en ook de oprichter van deze verzetsgroep. Hij was ook lid van de Binnenlandse Strijdkrachten, waar hij schuilde onder de naam Erik van Vloten. Ab de Soet was ook lid van deze verzetsgroep. Op 26 oktober 1944 wordt Chris gearresteerd, want zijn autopapieren waren niet in orde. De Duitsers vonden een wapen in de auto en wat belastende informatie. Op 28 oktober wordt hij na een verhoor gefusilleerd. Zijn verloofde Ellis Maassen schreef vlak na de dood van Chris dit gedicht in haar dagboek;

 

Ik weet wat je bent begonnen, mijn jongen.
Ik weet ook wat komen kan.
Ik weet je maar één ding te zeggen mijn jongen,
Gedraag je als een man.


Je hebt dit werk gekozen
Want je voelde de hechte band
Die jou en mij en velen
Bindt aan ons Nederland.


Ik weet niet waar je nu bent
noch waar je morgen zult zijn,
wij zullen dit dapper dragen,
Dit offer is maar klein,


In verhouding tot dat, wat anderen
Aan de SD reeds hebben gebracht,
En mocht je toch nog vallen
Dan geve God ons kracht


Als jij komt voor de lopen
En ik alleen weer sta
Ik zal troost zoeken in jouw werk
Waarmee ik verder ga.

bronnen

Voor de herdenking van de leerlingen en voor de informatie van de plaquette is de volgende informatie gebruikt;

De Dalton in de Oorlogstijd, Van der Louw

De geschiedenis van de gedenksteen voor de omgekomen leerlingen en docent van de Dalton Den Haag, werkgroep  Den Haag in de Tweede Wereldoorlog.

Meer informatie over de bron in de bronnenlijst.