Op school in de oorlog

Voor de oorlog

Al voor de Tweede Wereldoorlog krijgen de leerlingen steeds meer te maken met de oorlog die komen ging. In 1939 moeten de leerlingen oefenen voor een mogelijke bomaanval. De leraren Denier van der Gon en Oskam vertelden hun leerlingen dat wanneer er een echte bomaanval zou zijn, zij er niet bij zouden zijn omdat zij reserveofficieren waren. De leerlingen vonden de oefening wel grappig en verlieten allemaal snel het gebouw. Ook merkten de 300 leerlingen van de Dalton dat er steeds meer leerlingen een uniform gingen dragen van de NSB-jeugd. De tekenleraar van de Dalton was ook lid van de NSB hen hij probeerde iedere zaterdagmiddag op de hoek van de Laan van Meerdervoort en de Goudenregenstraat het krantje van de NSB te verkopen.

De oorlog breekt uit

Op 10 mei 1940 vallen de Duitsers Nederland binnen. De Duitsers probeerden met bombardementen ook de drie vliegvelden rondom Den Haag (Ypenburg, Valkenburg en Ockenburgh) in te nemen om zo snel Den Haag te veroveren. Dat ging niet helemaal goed want de Duitsers vergisten zich en dachten dat het Staelduinse Bos bij 's-Gravenzande het bos bij Ockenburg was. De Nederlandse soldaten probeerden de Duitse soldaten tegen te houden, maar uiteindelijk waren de Duitsers toch te sterk en werd vliegveld Ockenburg toch veroverd. Op 14 mei 1940 capituleert Nederland en de Duitse bezetter neemt de macht over. 

De eerste dagen na het uitbreken van de oorlog gingen de leerlingen niet naar school, maar niet lang daarna gaan ze weer naar school.

De jaren 1940 - 1944

In het Haagse Gemeente Archief zijn het notulenboek van de lerarenvergaderingen en het mededelingenboek van de rector bewaard gebleven. Uit die bronnen kun je goed afleiden hoe het leven van de Daltonleerlingen er in de oorlog uit zag. Tijdens de eerste jaren van de oorlog bleven veel dingen zoals ze waren voor de oorlog, maar zelfs zoals ze nu nog zijn.

Taken

Ook tijdens de oorlog discussieerden de leraren regelmatig over de Daltontaken. Zo vond meneer Zoren dat veel leerlingen al aan het begin van de week al klaar waren met hun taken en hij wilde dat hij grotere taken zou mogen maken, maar dat vond de rector een slecht idee omdat hij bang was dat de leerlingen dan geen tijd zouden hebben om hun taken af te ronden en slordig werk in zouden leveren. In 1941, vonden de leraren dat het te onrustig was in de nissen. De rector wilde daarom dat er niet meer dan twee leerlingen in de nis mochten werken, omdat het dan te gezellig in de nis zou worden. Hij wilde dat leerlingen bij voorkeur alleen werken in de klas.

Roosters, schoolwerk en cijfers

Wist je trouwens dat leerlingen tot ver na de oorlog ook op zaterdag naar school moesten? Het rooster zag er verder gelijk uit als een rooster van  de Daltonleerlingen van nu.

De leraren vroegen zich in 1943 af wat nu eigenlijk beter was: "een proefwerkweek of losse proefwerken?". Uiteindelijk besluiten de leraren dat losse proefwerken fijner werkt dan proefwerkweken, maar ze spreken af dat de leerlingen maximaal twee proefwerken per dag mochten krijgen. Ook moesten de leerlingen goede cijfers halen om over te gaan. Voor de zomervakantie werd er over de leerlingen vergaderd en werd bepaald of ze over mochten. Eén leerling klaagde dat hij niet over mocht, terwijl twee andere leerlingen wel over mochten die het even slecht hadden gedaan, maar de rector gaf aan dat hij al eerder was blijven zitten en de anderen niet. Leraren vonden dat er geen cijfers mochten worden aangepast op de rapporten. Er waren dus geen "oorlogsbevorderingsregels" en de leerlingen moesten hard werken. 

Tijdens de eerste jaren van de oorlog hadden de leerlingen ook nog wel uitjes. Zo ging er een groep naar het Rijksmuseum en de leerlingen deden mee aan een korfbaltoernooi. Wist je dat veel leraren in hun vrije tijd bijlessen gaven om bij te verdienen? Het gemeentebestuur bepaalde in 1944 dat leraren geen betaalde bijlessen meer mochten geven, omdat veel gezinnen geen geld meer hadden voor bijlessen door de oorlog.

 

Noodeindexamen 1943

Als jongens in de vijfde 19 werden dan werden ze ingezet voor de arbeidsdienst en dan konden ze geen eindexamen meer doen. Om te voorkomen dat ze zonder diploma de school moesten verlaten, besloot het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Kultuurbescherming dat jongens die tussen 1 oktober 1943 en 31 december 1943 19 werden, een getuigschrift zouden krijgen dat evenveel waard was als het normale H.B.S. diploma. 

Verzet van leerlingen en leraren

Op school leek het misschien alsof er geen oorlog was, maar leraren en leerlingen kwamen ook in verzet. Soms doordat ze in het verzet gingen en daarbij om het leven kwamen. Hierover kun je meer lezen op de herdenkingspagina. Soms ging het om kleinere daden van verzet, maar het was duidelijk dat er oorlog was. 

Katrien Hindriks, leerlinge van de Dalton in 1940, schreef dat er tijdens de eerste dagen van de oorlog nog veel leraren en leerlingen niet naar school kwamen en dat er veel tussenuren waren. Haar vriendin tekende op het schoolbord een brandend vliegtuig met een hakenkruis. Rector De Groot, was boos en stuurde haar en haar vriendin een week van school.

In de notulen van de school valt ook te lezen dat leerlingen, na school, meneer Van Leeuwen achterna liepen en hem uitscholden. Er stond niet letterlijk in de notulen dat meneer Van Leeuwen een NSB'er was, maar de leraar was hier heel boos over en hij vond dat de school de leerlingen niet streng genoeg had gestraft. Het ging zelfs zover dat de Gemeente zich ermee bemoeide omdat de school niet streng genoeg had opgetreden. Als straf voor de school besloot de Gemeente dat de herfstvakantie in 1943 werd ingetrokken.

Op de verjaardag van Koningin Wilhelmina hadden leerlingen de opgezette dieren voor het biologielokaal versierd met oranje slingers en leerlingen liepen zongen een liedje terwijl ze langs het tekenlokaal liepen van de leraar die de NSB krantjes verkocht op de Laan van Meerdervoort:

'Op de hoek van de straat

staat een NSB'er

't is geen man, 't is geen vrouw

maar een ras-plebejer.

Met z'n krant in de hand

staat hij daar te venten

en verkoopt zijn 'Volk en Vaderland'

voor zes rooie centen.'

Je kunt je wel voorstellen dat ook hiervoor leerlingen van school werden gestuurd.

Ook leraren verzetten zich tegen de Duitse bezetter. Rien van Heycop ten Ham, leerlinge van de Dalton in de Tweede Wereldoorlog, vertelde dat de leraar Nederlands meneer Geers voor in de klas boeken had gelegd van schrijvers die tegen de Duitse bezetters waren. En Mien Berserik-Voûte vertelde na de oorlog dat de leraar Duits, meneer Van den Andel, extra streng was voor de leerlingen die voor de Duitsers waren.

 

 

Het jaar 1945

Zoals je hebt kunnen lezen leek het leven op school gewoon door te gaan, ook al zaten de leerlingen niet meer in het gebouw aan de Aronskelkweg. Op donderdag 12 november 1942 bepaalde de Duitse bezetter dat de kuststrook 'Sperrgebiet' was geworden en dat op 24 november alle huizen, en dus ook de Dalton, ontruimd moesten worden. De school verhuisde naar de Vlierboomstraat waarin de Dalton 18 lokalen kreeg. In de lerarenvergadering werd de verhuizing besproken. Meneer Denier van der Gon moest zorgen voor de verhuizing van het laboratorium en meneer Zweers werd verantwoordelijk voor de rest van de verhuizing. Ook de leerlingen moesten helpen. In de notulen staat bijvoorbeeld dat de jongens uit klassen 3,4 en 5 moesten helpen om de boeken in te pakken, over te brengen en weer uit te pakken.

In 1944 werd het voor de leerlingen al moeilijker om naar school te gaan. Veel leerlingen hadden geen fiets meer of hadden geen geld om met de tram naar school te komen. De school weet dat dit veel stress meebrengt voor de leerlingen uit de examenklassen. Om te zorgen dat alle leerlingen toch zoveel mogelijk onderwijs krijgen, mogen de leerlingen die niet naar school kunnen komen hun taken ook per post opsturen.

 

Leraren ziek of afwezig

In 1945 is het niet alleen voor de leerlingen moeilijk om naar school te komen, maar dat geldt ook voor de leraren. Veel leraren zijn ziek in de hongerwinter of hebben ook geen vervoer naar school. In het notulenboek staat dat het kerstrapport is vastgesteld zonder dat de leraren hebben vergaderd over de leerlingen, zoals dat bij rapporten in andere jaren wel was gebeurd.

De school gaat dicht

op 17 februari 1945 meldt de school dat de school stopt met de gewone lessen. De kolenvoorraad was op, dus het was veel te koud op school en ook de verlichting deed het niet meer. Om de eindexamenleerlingen te helpen, organiseerde de school op donderdagmiddag toch dat de leerlingen naar school konden komen om eindexamenstof te oefenen.

Na de bevrijding

op 5 mei 1940 werd Nederland bevrijd. Al op 23 mei 1945 gaat de school weer open. De eerste activiteit was een herdenkingsplechtigheid in de gymzaal van de Vlierboomschool. Daar werden meneer Denier van der Gon en andere leerlingen waarvan al bekend was dat ze om het leven waren gekomen tijdens de oorlog met een minuut stilte herdacht. Ook het Wilhelmus werd gezongen en er werd muziek gespeeld.

Wel of niet terug naar de Aronskelkweg?

De rector en de leraren waren bang dat de Dalton niet meer mocht terugkeren naar het gebouw aan de Aronskelkweg. Het nieuwe gemeentebestuur had laten weten dat zij andere gebouwen in gedachte had voor de Dalton. De Dalton stond na de Tweede Wereldoorlog natuurlijk niet in een goed daglicht bij het gemeentebestuur en de burgers van Den Haag, omdat de oud-rector een NSB'er was. De rector doet heel erg zijn best om toch te zorgen dat de Dalton weer terug mocht naar het oude gebouw. Het gebouw was natuurlijk speciaal ontworpen voor het geven van Dalton onderwijs en het zou vreemd zijn geweest om dit gebouw aan een andere school te geven.

Het gewone onderwijs gaat weer van start

Op 21 september 1945 is er weer een lerarenvergadering. In deze vergadering gaat het weer over het opstarten van het Daltononderwijs. Er wordt weer als vanouds vergaderd over welke leerlingen in de nissen mochten werken en hoe de brugklasleerlingen goed opgevangen konden worden.

Herdenkingsplaquette

Op 10 oktober 1945 meldt de rector in het mededelingenboek dat op 26 oktober de herdenkingsplaquette voor Dr. Denier van der Gon en de overige leerlingen die waren omgekomen zou worden onthuld. Opvallend was dat deze plaquette er al zo snel kwam, aangezien het gebouw nog behoorlijk in puin lag. Er was bijvoorbeeld nog geen linoleum in de school en veel schoolspullen ontbraken. Op de herdenkingspagina kun je meer lezen over de herdenkingsplaquette.

Feest

Na de ellende van de oorlog, besluiten de rector en de leraren dat het tijd is voor een feest. Op 22 en 23 december 1945 vinden er twee feesten plaats om te vieren dat de oorlog voorbij is en de school weer open is.